INTERNATIONAAL VERDRAG VN

Standpunten

Het Internationaal Verdrag

Het Internationaal Verdrag dat gaat over de uitbanning van elke vorm van rassendiscriminatie (ICERD) is één van de belangrijkste mensenrechtenverdragen van de Verenigde Naties. Het Verdrag verdedigt grondrechten die als gelijkheidsrechten aan te merken zijn. Door het bekrachtigen door het Nederlandse parlement heeft de Nederlandse Staat zich verplicht tot de naleving van het Verdrag. Dat schept ook verplichtingen naar de kant van de lokale overheden.

UCF is van mening dat het bestrijden van alle vormen van racisme, institutionele discriminatie en uitsluiting, vreemdelingenhaat en aanverwante onverdraagzaamheden een belangrijke verantwoordelijkheid is van politieke bestuurders. Deze hebben onder andere de plicht om vooral de schoolgaande jeugd zoals ook vastgelegd in Artikel 2 van het Internationaal VN Kinderrechten Verdrag, en de ECRI Policy Recomendation nr. 10 te vrijwaren van onderwijs met (stereotype) racistisch getinte elementen en een onveilige omgeving. Een grotere betrokkenheid op dit gebied van schoolbesturen, oudercommissies, jongerenwerkers is essentieel.
• Met een verbod op de uitoefening van alle (cultuurhistorische) tradities die racistische elementen bevatten wordt bevorderd dat alle burgers in Nederland kunnen genieten van de fundamentele rechten van de mens.

UCF Is van oordeel dat de focus niet alleen moet zijn gericht op klachtenbehandeling instrumenten. Oorzaakbestrijding is evenzo belangrijk. Dat wil zeggen dat er genoeg fondsen beschikbaar gesteld moeten worden. Fondsen zijn nodig voor deskundigheidsbevordering om effectieve aanpak te kunnen realiseren. Anti Discriminatie voorzieningen moeten beter toegerust worden met deskundigheid op het gebied van oorzaak bestrijding.
UITKLAPPEN
UCF is van mening dat als het goed gaat in het land van herkomst het in de meeste gevallen ook goed zal gaan met haar diasporagemeenschap in Nederland. Maar ook dan, als het goed gaat, kan het zijn dat expertise op bepaalde gebieden: energie, water, gezondheidszorg, klimaat, milieu, infrastructuur, woning en stedenbouw en bij conflicten door het land van herkomst hard nodig is. Dat is de reden dat landen een diasporabeleid hebben ontwikkeld.
UCF is voor een Nationaal en Lokaal Gemeentelijk Diasporabeleid (NDB & LGDB) in het kader van internationale samenwerking en versterking van stedenbanden. Dit draagt bij aan internationale solidariteit, stadsdiplomatie en tevreden burgers. UCF denkt aan voorzieningen en faciliteiten in de eerste plaats naar de kant van de Diaspora wanneer projecten aan de orde zijn.
UITKLAPPEN

Het VN-decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst 2015-2024 is een belangrijk instrument om onder meer de specifieke meervoudige vormen van racisme tegenover mensen van Afrikaanse afkomst te duiden met als doel om ze effectief te kunnen aanpakken. De introductie van de term ‘Afrofobie’ en de daaraan gekoppelde specifieke beleidsmaatregelen en (monitoring) instrumenten net als ten aanzien van de bestrijding van antisemitisme, islamfobie, homofobie, transgenderfobie, maakt het mogelijk om tegemoet te komen aan de doelstellingen van het VN-decennium. Dit heeft als positief effect het tegengaan van raciaal en etnisch profileren vooral bij politie optreden en het bevorderen van voorspoedontwikkeling van deze specifieke doelgroep op alle beleidsgebieden van zorg.

• Net als de wens om op Nationaal Rijksniveau een Nationaal Actie Plan te realiseren gaat UCF voor de ontwikkeling van plannen op alle bestuurlijke politieke niveaus.

UCF wil een waardige afwikkeling van het Nederlandse slavernijdossier. Dit houdt tevens in Reparatory Justice en Excuses van alle Overheidsorganen, Banken, Toeleveringsbedrijven, Kerken, Families die hebben geprofiteerd van de trans-Atlantische slavenhandel, slavernij en kolonialisme. Het vastleggen in de wet dat deze praktijken misdaden tegen de menselijkheid zijn geweest is belangrijke inzet voor UCF .
UITKLAPPEN

MELD JE AAN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF